Eerste LOGES workshop was een succes!
Vorige week, op 27 maart, vond de eerste LOGES workshop plaats. Twaalf gemotiveerde deelnemers deelden hun kennis rond het juridische kluwen dat soms ontstaat bij het opzetten van lokale energiesystemen. DuCoop, InterLeuven en ECooB presenteerden elk hun case (resp. stadsontwikkelingsproject De Nieuwe Dokken, bedrijventerrein Keiberg-Vossem en inclusieproject De Boomgaard) met een focus op de struikelblokken die zij tegenkwamen of waar ze nog steeds mee worstelen. Een aantal interessante aandachtspunten passeerden de revue.
Publieke ondersteuning
Een eerste was de nood aan publieke ondersteuning, liefst van bij het begin, van een lokaal energieproject. Deze ondersteuning kan komen van een stads- of gemeentebestuur, maar ook bijvoorbeeld van een intercommunale. Vooral bij bedrijventerreinen spelen deze laatste een grote rol. Ondersteuning kan ook verschillende vormen aannemen, gaande van faciliteren (bv. beschikbaar stellen van een vergaderruimte), over stimuleren (bv. info-avonden organiseren) tot beleidsmatig ondersteunen en zelfs actief participeren. In welke vorm dan ook, publieke ondersteuning is een belangrijke succesfactor bij het oprichten van een lokaal en duurzaam energiesysteem.
Organisatievormen
Wat organisatievormen betreft, leken vooral de coöperatie en de vzw goede opties. Omwille van wettelijk vastgelegde bepalingen is een coöperatie de uitgelezen organisatievorm om collectieve energieoplossingen te verwezenlijken in een residentiële context: toe- of uittreding is gemakkelijk bij bijvoorbeeld verhuis, sociale cohesie wordt versterkt en de prioriteit is een goedkoper energieaanbod in plaats van winstmaximalisatie. Voor collectieve organisatie op bedrijventerreinen heeft de vorm van een vzw onder meer de handigheid dat de ledenbijdrage afzonderlijk per lid vastgelegd kan worden, wat interessante mogelijkheden biedt naar een correcte financiële verrekening van kosten/baten.
Wetgeving niet altijd relevant
In een zeer snel veranderend energielandschap blijkt dat de wetgeving niet altijd op hetzelfde tempo mee kan volgen. Daardoor kunnen vreemde of vooral onduidelijke situaties ontstaan. Er werd ook vastgesteld dat regelgevende instanties of instanties die toestemming verlenen voor bepaalde installaties, de wetgeving, naar aanleiding van dit veranderende landschap, doorheen de tijd anders interpreteren en toepassen. Dit schept onduidelijkheid, wat het uit de grond stampen van lokale energiesystemen er zeker niet makkelijker op maakt. Een voorbeeld hiervan is dat een gesloten distributienet bij uitzondering toegestaan kan worden door de VREG, maar dat de interpretatie van wat een uitzondering is varieert in de tijd. Het formaliseren van ‘sandbox’-omgevingen waarin bepaalde configuraties op een veilige manier getest kunnen worden, kan hier zorgen voor meer duidelijkheid
Een deel van de verklaring voor verouderde of onduidelijke wetgeving werd ook gevonden in het feit dat een zeer belangrijk deel van de energiewetgeving bepaald wordt door de Europese Unie. Dit kan zeker voordelig zijn voor grensoverschrijdende energiemarkten of voor uniforme cases, maar past niet altijd even goed bij de lokale context, omdat de regelgeving soms te strikt of juist te vaag is. Tekenend hier is het voorbeeld van het RE/SOURCED project: omwille van onenigheid tussen een aantal vergunningsverlenende stakeholders werd tijdens dit project een officiële vraag ter verduidelijking gesteld aan het Directoraat-Generaal Energie van Europese Commissie. Die kaatste de bal terug en antwoordde dat de te nemen beslissing binnen het werkingsgebied van de VREG ligt. Iets met een kastje en een muur dus.
Belang van continuïteit
Als laatste werd ook opgeworpen dat het kunnen garanderen van continuïteit in de dienstverlening een belangrijk aandachtspunt is, in het bijzonder in de context van energievoorziening. Dit geldt zeker voor de relatief kleinschalige initiatieven die lokale energiesystemen vaak zijn. Daarom is het cruciaal om risico te spreiden (bv. over verschillende eigenaars of uitbaters van infrastructuur) en om overname of opvolging te voorzien in het worst-case scenario van een faillissement.
Vooral geapprecieerd was ook de aanwezigheid van twee juridische experts van advocatenbureau Concenso, die de discussie konden voorzien van nuttige juridische diepgang.
Er kwam duidelijk een brede waaier aan onderwerpen aan bod, die we tijdens het verdere verloop van het LOGES project graag verder onder de loep nemen!
Voor het LOGES project ontvangt Circular steun van de volgende instanties: